spacer

Tom Koppen:

'Ik houd van variatie in het werk, dat gun ik ook de mensen op de werkvloer. Ze ontwikkelen zich beter, en als ze leuk werk hebben dan zie je meteen dat de sfeer verbetert.’

Niemand kan bij UW werken zonder Tom Koppen te kennen. Tom is coördinator huisvesting en komt dus overal. Hij heeft al veel meegemaakt bij UW en in alle stormen blijft hij onverstoorbaar zijn werk doen. Een stille kracht waarvan we graag horen hoe hij tegen de veranderingen aankijkt en hoe hij de nieuwe fase ervaart waarin we als UW zitten. Hij neemt geen blad voor de mond en het levert een interessant gesprek op.

Tom, je bent een oude getrouwe bij UW. Hoe lang werk je hier nu?

‘Inmiddels al 28 jaar, sinds 1 mei 1997. Ik was automonteur en door een ongeluk kon ik niet meer verder in die branche. Toen kwam ik bij UW in de technische dienst. Ik ben dus SW’er, daar is niets mis mee. In het begin was dat wel lastig, want ik kwam nergens binnen. Het stempel van UW zat als het ware op mijn achterste. Werkgevers waren bang dat je je snel zou ziekmelden vanwege je handicap. Ik heb twee platen in mijn arm, en ze dachten altijd dat ik me daarvoor zou ziekmelden, maar niks is minder waar. Ik kreeg zelfs geld mee als een bedrijf mij aannam, wat nu loonkostensubsidie heet. Toch werd ik vaak afgewezen. Het beeld van UW is toch vaak dat mensen hier heel beperkt zijn.’

En is dat beeld terecht, denk je?

'Nee, totaal niet. Die mensen hebben ook een leven. Het zijn hele lieve mensen op hun manier. In het begin wist ik ook niet goed hoe ik contact moest maken, maar nu heb ik echt een leuke band met een aantal van hen. Als je de klik hebt, dan heb je hier een prachtig leven. Ik zie hier een hele hoop collega’s, het hele spectrum, ook mensen die gestudeerd hebben en psychisch in de knoop zijn geraakt.’

Wat is volgens jou de kracht van UW?

‘Saamhorigheid. We doen het hier samen. We hebben zelfs anderhalf jaar zonder directeur gedraaid en het werk ging gewoon door. We wisten allemaal wat er moest gebeuren. Natuurlijk heb je sturing nodig, en het is goed dat er weer een directie is, maar het zegt wel iets over hoe sterk we hier zijn. En ook dat we het heft in eigen handen hebben en gewoon blijven doen wat we altijd deden om het werk door te laten gaan.’

'De kracht van UW is saamhorigheid, we doen het hier samen.’

Wat betekent werk voor jou?

‘Ik ben trots dat ik iets kan betekenen binnen het bedrijf. Mijn werk is veelzijdig, ik ben breed inzetbaar. Ik heb lang bij de technische dienst gezeten en we hebben hulpmiddelen en machines ontwikkeld. Nu ben ik vooral probleemoplosser, overal en nergens. Ik houd van variatie in het werk, dat gun ik ook de mensen op de werkvloer. Ze ontwikkelen zich beter, en als ze leuk werk hebben dan zie je meteen dat de sfeer verbetert.’

En als er te weinig werk is?

‘Dan wordt het chagrijniger. Vroeger hadden we dan soms vechtpartijen, dat gebeurt gelukkig nu niet meer. Maar als er wél werk binnenkomt, dan stort iedereen zich er vol op. Dan is een klus die normaal twee dagen duurt ineens in een halve dag klaar. Als je honger hebt, ga je schrokken.’

Is er veel veranderd?

'Zeker. Vroeger was er veel onduidelijkheid, zeker bij reorganisaties. Je hoorde dan dingen achteraf, er gebeurde veel in het geniep. Dan las je het in de krant. Nu is er veel betere communicatie. We hebben daar met z’n allen op aangedrongen. Als je dingen pas op het laatst deelt, dan komt de klap harder aan. Nu wordt er beter geïnformeerd, ook op afdelingsniveau. Leidinggevenden houden mensen op de hoogte, en dat geeft rust.’

Wat is er nog meer veranderd?

‘Er is meer aandacht voor ontwikkeling. We werken nu met werkleiders en ontwikkelconsulenten. De één richt zich op de productie en de ander op de ontwikkeling van mensen. Die samenwerking is belangrijk, maar dan moet er ook genoeg werk zijn om op te kunnen ontwikkelen. Het is echt een vak om mensen goed te begeleiden. Je laat ze soms even aanklooien en dan geef je net op tijd een aanwijzing. Niet pushen, maar ondersteunen. En dat moet je leren. Er is nu nog heel veel nieuw en het is voor mij ook nog wel een verrassing hoe het er straks uit gaat zien in de begeleiding bijvoorbeeld. Het nieuwe UW voelt nog als een kleurplaat die nog niet helemaal is ingekleurd.’

'Het nieuwe UW voelt nog als een kleurplaat die nog niet helemaal is ingekleurd.’

Wat vraagt dat van UW als organisatie?

‘Meer interessant werk, en meer continuïteit. Er is veel verloop geweest. We hebben echt een uitdaging in het vinden en houden van mensen, beneden én boven. Je hoeft echt geen 'Downy-knuffelaar' te zijn, maar je moet wel hart hebben voor mensen met een ondersteuningsvraag. Voorbeeldgedrag is belangrijk. Iedereen weet wie er niet werkt zoals het hoort. Mensen die vooral bezig zijn met privézaken in werktijd. Dat is niet eerlijk tegenover collega’s die wél hard werken. Daar ligt verantwoordelijkheid voor leidinggevenden: Als je ziet dat iemand geen duidelijke opdracht heeft, dan moet je daar iets aan doen. Laat mensen niet verdwijnen achter een computer, maar ga naast ze staan.’

Wat is voor jou persoonlijk de grootste verandering?

‘Er zijn veel nieuwe mensen in staf en begeleiding. Die moet je leren kennen. En die kunnen niet zomaar overal binnenlopen. Ik wil wel weten wie je bent en wat je komt doen, dat is ook voor de veiligheid. Wat medewerkers vooral merken is dat er andere sturing is. Meer aandacht voor milieubeleid, rookbeleid, structuur. Dat betekent soms dat mensen moeten verplaatsen naar een andere afdeling of op detachering gaan. Dat hebben we eerder ook meegemaakt. Toen werd je 'vrijwillig' aangewezen om ergens anders te gaan werken.’

En hoe werkt dat met detachering?

‘Voor de klassieke WSW’er krijgt UW meer geld dan voor iemand in de participatiewet, dus we moeten meer detacheren. Dan helpt het als we mensen net iets meer kunnen laten doen dan ze zelf denken. Niet alleen stickers plakken. We hebben mensen bij de Gamma gehad en die bedrijfsleider was supertevreden. Alleen het klantcontact was lastig, dat kunnen veel van onze mensen niet. Maar misschien moet je dan gewoon zorgen dat er één iemand staat met een bordje ‘mij mag je iets vragen’. Het gaat om het verleggen van grenzen. En soms lukt het mensen om in een paar stappen toch die baan met loonkostensubsidie te krijgen.’

'Het gaat om het verleggen van grenzen.'’

Wat zou volgens jou helpen om het imago van UW te verbeteren?

‘Ze moeten gewoon eens binnenkomen. Leveranciers die ik rondleid zijn altijd onder de indruk. We lopen dan langs de afdelingen en ik leg met trots uit wat iedereen doet. Dat is het mooiste: als je al die mensen aan het werk ziet.’

Wat zou je UW gunnen voor de toekomst?

‘Meer leuk werk, meer structuur in functies, en gewoon blijven investeren in de mensen. Onze kerntaak is mensen helpen, een goede werkgever zijn, met een goede werksfeer en ruimte voor ontwikkeling in een veilige omgeving. Zodat iedereen mee kan doen in deze best wel ingewikkelde samenleving. En dat ze kunnen zeggen: ‘ik heb een echte baan’, en daar trots op zijn.'

Aan wie wil jij nu het woord geven over het nieuwe UW?

'Ik geef het stokje door aan Esmeralda.' Wordt vervolgd...